Wat te doen bij stroomuitval

Stroomuitval, wat kun je doen

• Meld de storing bij het gratis Nationaal Storingsnummer 0800  9009.
• Kijk voor informatie over het getroffen gebied en de verwachte duur van de stroomuitval op www.liander.nl of volg Liander op Twitter.
• Heb je nog internet? Kijk op deze website of volg @VrZW op Twitter voor actuele informatie.
• Geen tv of internet? Luister dan met je radio op batterijen of autoradio naar calamiteitenzender NH Nieuws. 
• Bel alleen bij noodgevallen het alarmnummer 112.
• Voorkom overbelasting van het mobiele telefoonnetwerk. Bel niet onnodig en hou je gesprek kort. 
• Heb je familie, vrienden of buren die zich niet of minder goed kunnen redden? Kijk dan of ze hulp nodig hebben. 
• Ga je de weg op? Straatverlichting, verkeerslichten, matrixborden, spoorwegovergangen en bruggen werken mogelijk niet.
• Wanneer het koud is, verblijf dan in een kleine ruimte en doe gordijnen dicht. Zo voorkom je dat de kou naar binnen komt en warmte naar buiten gaat;
• Voorkom koolmonoxidevergiftiging. Maak geen (open) vuur in afgesloten ruimtes. Gebruik liever dekens en kleding om je warm te houden.

Hoe kun jij je voorbereiden?

• Zorg dat je een noodpakket in huis hebt: een radio op batterijen en stem die af op calamiteitenzender NH Nieuws, een zaklamp en extra batterijen; kaarsen, waxinelichtjes en lucifers; dekens; een voorraad houdbaar voedsel (blikken of potten). Denk ook aan voldoende brandstof in je tank.
• Ben je voor je gezondheid afhankelijk van stroom? Zorg dan dat je je goed voorbereid op een stroomuitval. Het kan lastig zijn om tijdens de uitval iemand te bereiken die hulp kan bieden.
• Heb je een beperking of ben je hulpbehoevend? Bespreek dit dan met familie, vrienden of buren zodat zij je kunnen helpen om voorbereid te zijn.

Wat doet de overheid?

In Zaanstreek-Waterland is Liander de netbeheerder van gas en elektriciteit. De hulpdiensten en gemeenten in deze regio werken intensief met Liander samen om de gevolgen van een stroomstoring zoveel mogelijk te beperken. Zo wordt door de overheid bepaald welke organisaties en instellingen voorrang hebben op noodstroom, wanneer de stroom voor langere tijd zou uitvallen. Denk bijvoorbeeld aan ziekenhuizen en zorginstellingen. Bij extreme situaties kan het ook zijn dat er opvanglocaties worden geregeld.

Wanneer een storing groter is of langer duurt, kunnen ook de hulpdiensten getroffen worden door de storing, doordat bijvoorbeeld telefoon- en andere verbindingen uitvallen. Hun eerste zorg is dan om zo goed mogelijk bereikbaar te blijven en de belangrijkste spoedeisende hulp aan burgers te bieden.